Hoezo naar Zuid-China?

Hoezo naar Zuid-China?

13 september 2018 1 Door Jeroen

Elke dag loop ik talloze keren langs de wereldkaart die bij mij in de gang hangt. Op die kaart heb ik een jaar geleden met potlood een kaarsrechte lijn getrokken van Amsterdam naar Guangzhou. Sinds een paar weken is die potloodlijn met blauwe pen stevig zichtbaar gemaakt, want het gaat gebeuren. Ik ga fietsen naar Zuid-China, vooralsnog vanaf maart volgend jaar, en alleen.

Op zich niet zo bijzonder, want als je een beetje rondgoogelt kom je al snel allerlei mensen tegen die deze route, of delen ervan, al eerder gefietst hebben. Van pionieren is dus geen sprake. Voordeel is wel dat ik van hun ervaringen kan leren en in elk geval hun fouten zo veel mogelijk kan proberen te vermijden.
Ook al ben ik niet de eerste en de enige, het klinkt mij toch als een avontuur in de oren. Zeker als ik alle landen waar de loodrechte streep doorheen loopt, onder elkaar zet. Zo vaak kom ik niet in landen als Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Turkije, Iran, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië. Laat staan in plaatsen als Sofia, Istanbul, Teheran, Samarkand, Bisjkek, Kashgar of Lhasa. Wel was ik vorig jaar april in Guangzhou, dat ongeveer 130 kilometer ten noordwesten van Hong Kong, zeven tijdzones en twaalfduizend kilometer oostwaarts ligt.

Maar waarom helemaal naar China? Frankrijk is toch ook leuk? Jazeker, Frankrijk is nog altijd de moeite waard om in rond te fietsen. In elf dagen zit je in Bourg d’Oisans en nog een week later zwem je in de Méditerranée. Hoewel je soms zelfs in Frankrijk het gevoel krijgt dat je je au milieu de nulle part bevindt, is er toch altijd nog wel ergens een huis of een boerderij te vinden, waar je drinkwater kunt halen. Dat schijnt in de zogenaamde “stan-landen”, in Centraal-Azië, in de woestijnen van Iran en Turkmenistan, of in de bergen van Tian, Pamir of de Himalaya wel anders te zijn. Dus bevelen mijn voorgangers aan om beslist een tent, kookgerei en voldoende proviand en water mee te nemen om het minstens een aantal dagen te kunnen uithouden.

Guangzhou, ooit een nederzetting van de VOC toen westerlingen de stad nog Kanton noemden, is een gigantische metropool waarin slechts een enkele oude buurt en een paar historische gebouwen de moderniseringswoede van de CCP hebben overleefd. Voor bezienswaardigheden hoef ik er niet per se naar toe. Maar de geboortestad van mijn aanstaande schoondochter heeft de op vier na grootste haven van de wereld, wat wel handig is als je erover denkt om met de boot terug te varen naar Amsterdam, of desnoods Rotterdam.

Het gaat, om in Zen-termen te spreken, dus om de weg en niet om het doel. Mocht ik onverhoopt Guangzhou niet halen, dan hoop ik dat ik onderweg voldoende aardige mensen ontmoet en genoeg wonderlijke ervaringen opdoe om over te kunnen schrijven.

Ter voorbereiding ben ik nu met allerlei dingen tegelijk bezig: een website maken, boeken lezen, een lichtgewicht fiets- en kampeeruitrusting bij elkaar scharrelen, mezelf bekwamen in fietsreparaties, een mooie route samenstellen en, uiteraard, genoeg geld sparen om het minimaal zes maanden te kunnen redden. Sommige mensen aan wie ik mijn plan vertelde, riepen geheel spontaan dat ze mij dan wel wilden sponsoren, ook al fiets ik niet voor een of ander goed doel. Die mensen houd ik natuurlijk niet tegen.